apr
Onder het kopje “opinie” schrijft Johan ten Hove in Trouw, d.d. 21-4-2014, dat een ooievaar kikkers, muizen en mollen ving omdat er immers geen jonge weidevogels zijn.
Een foute opinie die niet gebaseerd is op kennis en waarbij de journalistieke noodzaak van hoor en wederhoor door de WC wordt gespoeld. Dit soort opinies horen mijns inziens niet in een krant als Trouw thuis, omdat lezers het domweg overnemen met als argument ”het stond in de krant”. De minilettertjes dat de tekst niet de verantwoordelijkheid is van de redactie is een mooie manier om het af te schuiven maar deze kleine lettertjes worden niet gelezen en lezers lezen wel ”de inhoud” van een verhaal. Hoe fout het verhaal ook is, het stond in de krant.
Feit is dat ooievaars behoren tot de weidevogels en net als de andere weidevogels nog altijd de dupe zijn van het landbouwbeleid. Feit is dat ooievaars het vooral moeten van wormen, emelten, loopkevers en andere insecten. Kikkers, muizen en zeker mollen staan niet hoog op het voedsellijstje. Een mol kan zelfs dodelijk zijn voor een ooievaar. Bij het observeren van foeragerende ooievaars is het ook met een telescoop vrijwel onmogelijk om te zien wat de ooievaar oppikt en inslikt. Het gaat om zeer kleine voedseldieren.
De suggestie dat ooievaars zoeken naar jonge weidevogels en een bedreiging zijn van weidevogels is volstrekte onzin. Ooievaars en hebben altijd in dezelfde leefomgeving vreedzaam samengeleefd met andere weidevogels zoals de kievit, de tureluur en de grutto.
Dat het in Europa slecht gaat met de weidevogels en dat ook de ooievaar in Nederland was verdwenen als broedvogel is het gevolg van het landbouwbeleid en het verdwijnen van een geschikte leefomgeving voor weidevogels.
De ooievaar is weer terug dankzij een herintroductieproject. Kijken we naar de broedresultaten en de conditie van de jonge ooievaars dan is er alle reden om bezorgd te zijn over de vitaliteit en de toekomst van de ooievaarspopulatie in Nederland.
Door mij is de afgelopen 30 jaar naar ooievaars in het veld gekeken, er zijn door mij honderden secties op ooievaars gedaan en er is gekeken naar braakballen. De uitkomst daarvan is dat ooievaars geen bedreiging zijn voor weidevogels maar dezelfde problemen hebben als de andere weidevogel.
Bovendien is het frappant om in het veld te zien dat de andere weidevogels zoals de kievit, de grutto en de tureluur wel de kraai, de blauwe reiger, de kiekendief en natuurlijk de massaal loslopende katten als een bedreiging beschouwen maar niet de ooievaar.
Blauwe reigers hebben een heel ander menu dan ooievaars. Daarbij staan grote prooien wel hoog op het lijstje. De Blauwe reiger heeft daarbij een totaal andere manier van foerageren dan de ooievaar die vele kilometers moet lopen om aan de kost te komen. Dat de veelvuldig voorkomende blauwe reiger nooit en de ooievaar vaak wel als een bedreiging wordt beschouwd voor weidevogels is dan ook een merkwaardige zaak.
Blauwe reigers spelen overigens ook geen rol als het gaat om de slechte situatie van de weidevogels in Nederland. Het blijft ook merkwaardig dat ooievaars steeds onterecht wordt genoemd als bedreiging van weidevogels en dat daarbij de massaal loslopende en verwilderde katten zelden worden genoemd waarvan bekend is dat deze een serieuze bedreiging zijn van bodembroeders.
Drs. Jan Hooimeijer, Meppel.
Vogeldierenarts, bestuur Stichting De Lokkerij.
- Tagged: ooievaar, weidevogel
Drs. Jan Hooimeijer
Vanaf 1 januari 2014 heeft Drs. Jan Hooimeijer zijn werkzaamheden voortgezet als gecertificeerd papegaaiengedrags- therapeut en als deskundige op het gebied van de vogelgeneeskunde.
Lees hier meer...