Datum: woensdag 4 september 2019
Locatie: Universiteit Utrecht, Werkgroep Besmettelijke Ziekten
Spreker: drs. Jan Hooimeijer, Adviespraktijk voor Vogels.
De rode draad van deze presentatie:
Virussen zijn een natuurlijk onderdeel van de biodiversiteit in de natuur en binnen het dierenrijk.
Virussen een natuurlijk onderdeel binnen het dierenrijk
Bij het Herpesvirus wordt uitgegaan van een evolutionaire ontwikkeling van 400 miljoen jaar. Binnen de lange evolutionaire voorgeschiedenis hebben virussen zich meer of minder aangepast aan bepaalde soorten waarbij er ook spraken kan zijn van een duidelijke overlap. Als voorbeeld is genoemd dat de Alligator in Florida als reservoir dient voor het Westnijlvirus en een rol spelen bij de verspreiding en de besmettingen bij vogels.
Als voorbeeld is genoemd dat de difterie door een Herpesbesmetting bij duiven een vergelijkbaar klinisch beeld kan geven bij schildpadden. De virusinfecties, waar we bij vogels in gevangenschap mee te maken hebben, zijn via de import meegenomen vanuit de landen van herkomst.
Opmerkelijk is dat de beruchte virusziektes, zoals het Circo-virus, het Herpesvirus, het Polyomavirus, het Bornavirus enz., niet of nauwelijks een probleem zijn voor de vogels in de natuurlijke leefomgeving in de landen van herkomst.
Als voorbeeld kunnen we het herpesvirus noemen als veroorzaker van de ziekte van Pacheco. Het virus is bekend vanwege hoge sterftecijfers, in eerste instantie met name bij amazones in kweekbestanden. Opvallend daarbij is dat de uitbraken bij kwekers in veel gevallen herleid konden worden naar recente importen. Typisch daarbij is dat het virus geen probleem was/is in de landen van herkomst.
Virusverspreiding door gevangenschap
Sinds 2007 is er een import verbod vanuit de landen van herkomst van ‘wildvang-vogels’. Het lijkt er op dat dankzij het import verbod de beruchte uitbraken van de Ziekte van Pacheco tot het verleden behoren. Het Circo-virus is bekend vanwege het grootschalig optreden van ernstige Circo-virus besmettingen bij papegaaien in gevangenschap. Het Circo-virus is de veroorzaker van Snavel-en Veerrotziekte. Het virus was afkomstig vanuit Australië en gaf met name bij kakatoes de typische ziekteverschijnselen. Het Circo virus is ook gevonden bij kakatoes in Australië, met name bij Rose-kakatoes. In Australië heeft het virus nauwelijks tot geen negatieve invloed op de populaties in de natuur.
In gevangenschap heeft het virus zich verspreid en in de loop van de jaren zijn besmettingen en ziekteverschijnselen bekend bij tientallen papegaaiensoorten. We kunnen binnen dezelfde soort en zeker bij verschillende soorten andere ziektebeelden zien zonder de traditionele afwijkingen.
Het Bornavirus lijkt vanuit Zuid Amerika te zijn meegekomen via de import. Het virus veroorzaakt het bekend Kliermaag Dilatatie Syndroom, in eerste instantie bij ara’s. In de loop van de jaren is het virus massaal verspreid in gevangenschap. Volgens recente cijfers komt het virus bij een belangrijk deel van de vogelbestanden voor. Het is bij tientallen soorten gevonden en we zien, afhankelijk van de soort, hele andere ziektebeelden dan de klassieke afwijkingen aan het maag-darmkanaal. Ook hierbij geldt dat het Bornavirus een zeldzame bevinding is bij ara’s/papegaaien in Zuid-Amerika.
Het Polyomavirus is vooral bekend als de ziekteverwekker van Kruiperziekte, met name bij grasparkieten. Elke kweker van grasparkieten kent het ziektebeeld. Veel meer soorten zijn gevoelig voor het polyomavirus en het virus kan andere verschijnselen veroorzaken dan Kruiperziekte. Zo is acute sterfte, zonder uitwendige verschijnselen, met inwendige bloedingen een bekend ziektebeeld bij jonge ara’s.
De conclusie is dat de virusziektes via de import zijn binnengekomen en vervolgens via de handel verspreid. Belangrijke handelskanalen zijn vogelmarkten, dierenwinkels en uitwisselingen tussen vogelkwekers.
In de natuur kennen we niet de ziekte uitbraken zoals we deze in gevangenschap tegenkomen binnen de avicultuur. De uitkomst van de evolutie is dat er onder natuurlijke omstandigheden een balans is ontstaan waarbij zowel het virus als de vogelsoort profiteert. Het merendeel van een populatie kan besmet zijn waarbij een klein percentage ziekteverschijnselen heeft en dood gaat. Het virus fungeert, net als andere (besmettelijke) ziektes, als natuurlijke selectie methode om een gezonde en vitale populatie te waarborgen. Het is dan ook vanzelfsprekend niet in het belang van een virus dat alle gastheren ziek worden en dood gaan. Dat zou ook het einde van het virus betekenen omdat deze afhankelijk is van levende cellen om zich te vermenigvuldigen.
Een gezonde en vitale populatie beschikt over een grote erfelijke variatie, waardoor een diersoort zich kan aanpassen aan veranderende leefomstandigheden. Een goede weerstand tegen (besmettelijke)ziektes kan worden beschouwd als een belangrijke aanpassing. Wanneer we kijken naar de onnatuurlijke situatie in gevangenschap, dan is duidelijk dat er grote verschillen zijn met de situatie onder natuurlijke omstandigheden.
In gevangenschap wordt het merendeel van de papegaaien/parkieten, als niet gedomesticeerde dieren, onder extreem onnatuurlijke en vogelonvriendelijke omstandigheden gehouden.
Binnen de diergeneeskunde is het bekend dat deskundigheid noodzakelijk is om gedomesticeerde dieren, zoals koeien, varkens, honden, katten, kippen en paarden, verantwoord te kunnen houden. Alle facetten van het management moeten serieus genomen worden om de gezondheid en het welzijn te waarborgen. Bij management gaat het om de kwaliteit van de voeding, de huisvesting en de verzorging. Uitgangspunt is dat de gezondheid en het welzijn van het dier gewaarborgd moeten worden. Daarbij moet dus ook ingespeeld worden op het gedrag en het voorkomen van structurele stress en gedragsproblemen.
Mijn ervaring als vogeldierenarts is inmiddels vanaf 1982 dat papegaaien/parkieten/vogels in alle opzichten de dupe zijn van onwetendheid/ondeskundigheid t.a.v. verantwoord management om de gezondheid en het welzijn van de vogels te waarborgen. Deze onwetendheid/ondeskundigheid begint binnen de diergeneeskunde. Dat is een belangrijke reden dat de onwetendheid/ondeskundigheid van de houders van vogels de afgelopen 37 jaar nauwelijks is verbeterd.
Het is vrijwel ondenkbaar om honden/katten/paarden te houden, zonder de noodzakelijke deskundigheid van dierenartsen. Eigenaren van honden/katten maken na de aanschaf direct een afspraak met de dierenarts. De pluimveehouderij kan niet bestaan zonder de deskundigheid vanuit de pluimveegezondheidszorg en pluimveehouders werken nauw samen met pluimveedierenartsen.
De realiteit is dat er vrijwel geen eigenaren/kwekers van vogels zijn die samenwerken met en dus ook niet profiteren van de deskundigheid zoals deze zich internationaal binnen de vogelgeneeskunde heeft ontwikkeld.
Uitbraken van virusziektes bij papegaaien/parkieten/vogels in gevangenschap zijn voor 100% gerelateerd aan ernstige managementfouten binnen de avicultuur
Ook hierbij is het overigens opmerkelijk dat in het algemeen een klein percentage van een bestand ziek wordt en dat een nog kleiner percentage dood gaat. Het merendeel van de vogels kan drager zijn/worden zonder ziekteverschijnselen. Dit zijn de vogels die de toekomst bepalen.
Een uitbraak van het Circo-virus, het Polyomavirus, het Bornavirus enz. kunnen we beschouwen als een ‘gevangenschap-ziekte’.
Alles draait om preventieve maatregelen waarbij er voor de bekende virusziektes geen preventieve entstoffen beschikbaar zijn. Bij een uitbraak zijn er geen medicijnen beschikbaar. Bij een uitbraak draait het om maatregelen die identiek zijn aan de maatregelen die genomen hadden moeten worden om een uitbraak te voorkomen.
Voorkomen is beter dan genezen
Het is dan ook frappant dat, bij houders van vogels, de preventie van problemen geen prioriteit heeft. Het is daarbij dan ook frappant, en zelfs schokkend, dat ook bij (een deel van) de (vogel)dierenartsen de preventie van problemen geen prioriteit heeft.
Het testen van vogels op de aanwezigheid van virusziektes is daarbij slechts een klein onderdeel binnen het totaal plaatje van verantwoord management. Het is een triest gegeven dat het in Nederland ontbreekt aan deskundigheid op het punt van de diagnostiek, t.a.v. de interpretatie van de uitslagen, t.a.v. de praktische ervaring en t.a.v. de adviezen op het gebied van het management. Gebrek aan overleg en uitwisseling tussen dierenartsen, geïnteresseerd in de vogelgeneeskunde, is een belangrijke reden dat de vogelgeneeskunde zich in Nederland niet heeft kunnen ontwikkelen.
Om deze reden was op 28 November 2014 het Symposium over Virusziektes en Chlamydia georganiseerd door de Adviespraktijk voor Vogels in samenwerking met Archaeopteryx en Stichting Papegaai. Zie voor de pdf documenten van de lezingen die zijn gepresenteerd tijdens dit symposium.
De presentatie van 4 september kunt u hier in PDF nalezen.
Voor aanvullende informatie over de vogelgeneeskunde, inclusief de digitale versie van belangrijke boeken over de vogelgeneeskunde: zie Avian Medicine.
Drs. Jan Hooimeijer
Vanaf 1 januari 2014 heeft Drs. Jan Hooimeijer zijn werkzaamheden voortgezet als gecertificeerd papegaaiengedrags- therapeut en als deskundige op het gebied van de vogelgeneeskunde.
Lees hier meer...