Welzijn, Gedrag, Management en Preventie van problemen

  • Home
    • Over Adviespraktijk voor Vogels
      • Waarvoor kunt u terecht?
    • Drs. Jan Hooimeijer
      • Curriculum Vitae
      • Publicaties
    • Het gedragsconsult
    • Tarieven en consultaties
  • Vogels
    • Ooievaar
    • Grijze roodstaart
  • Katten
  • Nieuws en Artikelen
  • Boeken
  • Symposia
  • FAQ
  • Contact
  • SHOP
24
nov

Vogelgriep, Vogelpest, pluimveepest

Vogelpest ofwel vogelgriep wordt veroorzaakt door een Influenzavirus. Er circuleren talloze Influenzavirus varianten over de hele wereld als onschuldige varianten bij vogels. Het is bekend dat in Azië elk jaar nieuwe varianten de kop opsteken. Dat geldt ook voor de jaarlijkse en wereldwijde Influenza/griep uitbraak bij de mens in de winterperiode waarbij het elk jaar weer gaat om een andere variant dan vorig jaar waardoor er elk jaar een nieuw griepvaccin voor de mens gemaakt moet worden om effectief te zijn.

Azië is de belangrijkste bron van het ontstaan van nieuwe griepvirus varianten.

De reden is dat in Azië kippen en eenden massaal in gevangenschap worden gehouden en deze dieren zijn onderdeel van de cultuur en het straatbeeld op het platteland. Daarnaast worden in Azië massaal varkens gehouden waarbij er intensief contact is tussen watervogels, kippen en varkens. Influenzavirussen van kippen, eenden en varkens vormen mutaties die vervolgens kunnen “overspringen” via kippen/eenden op varkens en via dat traject ook bij de mens. Op deze manier wordt het een zoönose waarbij een ziekteverwekker van dieren “overspringt” naar de mens. Dat zich voortdurend nieuwe varianten van het influenzavirus ontwikkelen is dan ook voor de hand liggend.   

Het is belangrijk om te bedenken dat deze nieuwe varianten niet afkomstig zijn vanuit de natuur c.q. wilde vogels.

Deze nieuwe varianten ontwikkelen zich omdat verschillende diersoorten op een onnatuurlijke manier in gevangenschap worden gehouden. Er moet daarbij rekening gehouden worden met de mogelijkheid dat nieuwe virusvarianten vanuit een onnatuurlijke situatie ook terecht kunnen komen bij wilde watervogels. Bij wilde watervogels in de natuur, dus onder natuurlijke situaties, spelen deze virussen vrijwel geen grote rol. Ziekteverschijnselen en sterfte is zelden reden voor een probleem in de natuur. Verzwakte dieren kunnen slachtoffer worden maar voor de populaties als geheel zijn deze virussen nauwelijks een bedreiging/probleem. Dat heeft voor een groot deel te maken met het gegeven dat er in natuurlijke populaties spraken is van grote genetische variatie waardoor de gezondheid en de vitaliteit wordt gewaarborgd.   

Deze nieuwe varianten kunnen wel een ernstige bedreiging zijn voor de grootschalige, commerciële pluimveehouderij.

Virusziektes krijgen een kans binnen de intensieve pluimveehouderij (bio-industrie) omdat kippen onder extreem onnatuurlijke en dieronvriendelijke omstandigheden worden gehouden. Er is spraken van extreme overbevolking met stress. Een belangrijke factor is ook dat er bij commercieel pluimvee spraken is van een gebrek aan genetische variatie waardoor een hoog percentage van de kippen ziek kunnen worden en dood kunnen gaan.

In uitzonderlijke gevallen kan het zijn dat een nieuwe variant ook een risico kan zijn voor de gezondheid bij de mens.

Het is opvallend hoeveel nadruk daar vaak op gelegd wordt. Als we kijken naar de grote uitbraak in de jaren 2003-2005 die ook grote consequenties had voor de Europese pluimveehouderij werd er van elk ziek mens melding gemaakt in de media. In een periode van 3 jaar zijn er toen in Azië minder dan 100 mensen aan overleden. Hoe triest het ook is dat er mensen/ kinderen aan het virus zijn overleden, de cijfers geven  aan dat het virus niet als een ernstige besmettelijke ziekte bij de mens kan worden beschouwd.   

Bij een normale griep-uitbraak in Nederland gaan er in de winterperiode tussen de 1000 en 1500 mensen dood aan de gevolgen van griep. In Engeland is dat al gauw 12000 mensen. Tijdens de griepepidemie in 2017/2018 zijn er in Nederland 9500 mensen doodgegaan. Opmerkelijk is dat er dan niet wekelijks met grote letters in de krant een vermelding is hoeveel mensen er in de afgelopen week aan griep zijn overleden. Gaan er in Azië 3 mensen dood aan de gevolgen van vogelgriep, dan staat het met grote koppen in de krant. Het blijft vanzelfsprekend van belang om alert te blijven want er is altijd een (kleine) kans dat een influenza virus een serieus probleem gaat worden voor de mens en een groter probleem dan het jaarlijkse “”normale influenzavirus”. De georganiseerde bangmakerij is echter volstrekt absurd. Uitgangspunt is dat virusinfecties in het algemeen heel diersoort specifiek zijn. Het betekent dat het uitzonderlijk is dat een virus overspringt van de ene soort naar de andere soort.

Het jaarlijkse “normale” griepvirus veroorzaakt elke winter in Europa tienduizenden doden en is wat dat betreft nog altijd een veel grotere bedreiging voor de volksgezondheid dan het vogelgriepvirus zoals voortdurend in het nieuws is. 

Kijkend naar de cijfers kan alleen maar worden geconcludeerd dat er geen enkele reden is om bang te zijn voor het vogelgriepvirus.  

Het is bijna bizar als er in de media gesproken wordt over het voor mensen dodelijke virus. De suggestie wordt steeds gewekt dat er grote risico’s zijn voor de volksgezondheid. Deze risico’s worden door deskundigen voortdurend als uiterst minimaal beschouwd.  

Voortdurend wordt benadrukt dat het virus zich kan gaan aanpassen waardoor er een grote pandemie kan gaan spelen met tientallen miljoenen doden. De regel is dat virussen zich, door mutaties, voortdurend aanpassen aan een diersoort en steeds minder ziekmakend worden. Dat is het normale patroon van virusuitbraken Opmerkelijk daarbij is dat er elk jaar een risico is dat er zich een grote pandemie zal ontwikkelen omdat het griepvirus, zoals het elk jaar vanuit Azië naar Europa komt ( en niet via trekvogels), zich zou kunnen omvormen tot een gemene variant waar geen entstof tegen bestand is. Het gaat daarbij elk jaar al om een virus dat zich volledig aan de mens heeft aangepast en als een van de besmettelijkste virusziektes kan worden beschouwd. Met een flinke hoestpartij in een bus is de hele bus vervolgens besmet met het griepvirus. De tienduizenden doden die er jaarlijks in Europa vallen zijn zelden of nooit aanleiding om te benadrukken dat het gaat over het voor mensen dodelijke virus. Het is dan ook opmerkelijk dat een virus waarbij 90 mensen in 3 jaar tijd zijn doodgegaan in Azië,  in zeer dichtbevolkte gebieden waarbij mensen vaak onder erbarmelijke omstandigheden met  miljoenen mensen bij elkaar leven steeds reden is voor het veroorzaken van paniek en angst.

Het grootste probleem van het vogelgriepvirus is niet de consequenties voor de volksgezondheid maar de consequenties voor de pluimveehouderij. 

Het kan een schadepost van miljarden euro’s betekenen als het een kans krijgt binnen de pluimveehouderij. Veel mensen denken dat een uitbraak van vogelgriep binnen de pluimveehouderij, het einde betekent van de pluimveehouderij. Voor veel pluimveehouders is het wel degelijk en terecht een rampscenario omdat ook bedrijven geruimd kunnen worden waar het virus niet speelt. Wat dat betreft is het geen wonder dat er heel veel aandacht aan wordt besteedt. De voorlichting staat daarbij echter voortdurend bol van halve waarheden en suggestieve informatie die niet is gebaseerd op de feiten.

Het is al vele jaren bekend dat er wereldwijd, met name bij watervogels, meerdere onschuldige influenza varianten voorkomen. De rol en de invloed van wilde (trek)vogels bij de verspreiding van een nieuwe variant uit Azië is tot op heden nog onduidelijk.

Dat in de publiciteit voortdurend de nadruk wordt gelegd op de risico’s van de trekvogels leidt af van datgene wat echt speelt en van wat echt belangrijk is om problemen te voorkomen.

Bij eerdere uitbraken van vogelgriep in het verleden was er geen enkele relatie aangetoond tussen deze uitbraken en het voorkomen van het vogelgriepvirus bij wilde (water)vogels. Rondom uitbraken binnen de pluimveehouderij werden massaal monsters onderzocht van wilde watervogels zonder dat er een relatie is aangetoond.  

In de trekperiode gaan er honderden miljoenen trekvogels vanuit Rusland/Azië via het Midden Oosten naar Afrika. Honderden miljoenen trekvogels gaan vanuit het Noorden/Oosten via West Europa naar het Zuiden en/of blijven overwinteren in Nederland en Engeland. Gedurende die trekperiode wordt er al vele jaren gezocht naar het voorkomen van een gevaarlijk vogelgriepvirus. In het Midden-Oosten wordt er op zeer grote schaal pluimveehouderij bedreven en als er dode/zieke/besmette vogels worden gevonden komt dat onmiddellijk in het nieuws. Hetzelfde geldt voor de situatie in Nederland en Engeland waar massaal watervogels overwinteren.  De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat er tot op heden geen aanwijzingen zijn dat deze watervogels een serieuze rol spelen bij de verspreiding en een risico zijn voor de volksgezondheid of voor de pluimveehouderij.

Anno 2016 was er sterfte bij wilde watervogels ten gevolge van een pathogeen vogelgriepvirus. In de publiciteit wordt er gesproken over massale sterfte. Als er honderden eenden doodgaan binnen een populatie van 500.000  – 1.000.000 betekent het dat het gaat op een percentage van 0.06 % . Deze sterfte heeft geen enkel effect op de populatie van de wilde watervogels.

Vanzelfsprekend is de angst binnen de pluimveehouderij begrijpelijk en terecht omdat als het virus terecht komt in een pluimveebedrijf met 100.000 kippen dan betekent het domweg 100% sterfte omdat de dieren direct worden doodgemaakt om verdere verspreiding te voorkomen. Kijkend naar de geringe aantallen vogels die nu zijn gevonden kan worden gesteld dat de besmettelijkheid blijkbaar niet groot is.  Een dergelijk virus is in een gezonde populatie met een grote genetische variatie nauwelijks een probleem.  Binnen de ongezonde pluimveehouderij met weinig genetische variatie en extreem onnatuurlijke en vogelonvriendelijke omstandigheden kan hetzelfde virus veel ziekte en sterfte veroorzaken. Het virus is niet het grote probleem maar de omstandigheden waar het virus van profiteert.

Besmettingen zoals deze in 2005 in Afrika hebben voorgedaan konden heel goed worden verklaard door de onduidelijke, en deels officieuze, handel en wandel tussen Afrika en Azië waarbij allerlei (pluimvee)producten worden uitgewisseld.

Als er nu in Nederland bij smienten en kuifeenden een besmetting wordt gevonden van een influenzavirus, is het een trieste zaak als deze bevinding wordt gebruikt als bewijs dat trekvogels verantwoordelijk zijn voor uitbraken binnen de pluimveehouderij.

Het is daarbij opmerkelijk dat vogelgriep als probleem vooral wordt gevonden, op bedrijven waarbij de kippen volledig worden binnengehouden en waar alle regels van ”bio-security” worden gevolgd.  Het zou voor de hand liggend zijn dat de eerste uitbraken zouden spelen op bedrijven waar de kippen dagelijks een vrije uitloop hebben. Ook zou het voor de hand liggend zijn dat de wilde hoenders zoals o.a. fazanten en patrijzen in de natuur worden gevonden als ziek en/of dood. Ook zou het voor de hand liggend zijn dat er massale sterfte/ziekte zou uitbreken bij de massaal gehouden hobbykippen/ hoenders. Opmerkelijk is dat er binnen deze populatie van hoenders in gevangenschap vrijwel geen risico lijkt te bestaan voor een uitbraak. 

Het wordt tijd dat de commerciële pluimveehouderij de hand in eigen boezem steekt. Er kan vanuit gegaan worden dat het pathogene virus zich heeft ontwikkeld binnen de commerciële pluimveehouderij in Azië en via allerlei kanalen, vergelijkbaar het jaarlijkse griepvirus van de mens vanuit Azië, zijn weg vindt van het Oosten naar het Westen.  Er kan vanuit gegaan worden dat wilde watervogels in Azië vanuit de commerciële pluimveehouderij worden besmet en dat het virus op die manier terecht komt bij trekvogels.

Opvallend is dat niet in de publiciteit komt dat er binnen een groep Influenzavirussen grote verschillen zijn zoals dat ook speelt bij bijvoorbeeld het pokkenvirus. We weten dat “het pokkenvirus” van de kanarie geen risico is voor duiven of voor kippen en omgekeerd ook niet. Dat betekent dat als wordt gezegd dat “hetzelfde virus” is gevonden bij een wilde eend dat het betekent dat het ook werkelijk gaat om het virus dat problemen heeft gegeven in een pluimveebedrijf.

Daarnaast speelt de vraag of, als het identieke virus wordt aangetoond, de pluimveehouderij de dupe is van de wilde vogels of dat de wilde vogels het hebben opgepikt vanuit de commerciële pluimveehouderij in Azië. Plezierig daarbij is dat wilde watervogels in het algemeen weinig problemen hebben met “het influenzavirus”. Gezien de massale pluimveehouderij in Azië en in Nederland zou dat anders betekenen dat de kippen in gevangenschap een groot risico zouden zijn voor de wilde vogels. Ook dat is niet het geval. 

Er is alle reden voor om als uitgangspunt te hanteren dat virulente vogelgriepvirussen zich vooral ontwikkelen bij kippen die in gevangenschap worden gehouden in Azië.

 Er is geen reden om er klakkeloos vanuit te gaan dat de ziekteverwekkende  vogelgriep varianten oorspronkelijk afkomstig zijn vanuit wilde vogels. Als dat zo zou zijn dan zou dat virus ook massaal gevonden moeten worden op de momenten dat de wilde trekvogels zich massaal verzamelen tijdens de trek en letterlijk en figuurlijk voortdur4end worden blootgesteld aan de ontlasting van andere eenden. Er zijn wel duidelijke aanwijzingen dat het virus zijn oorsprong heeft bij kippen/eenden die veelal massaal en onder vogelonvriendelijke omstandigheden in gevangenschap worden gehouden.

Het is triest dat er nu wilde vogels slachtoffer worden/zijn van een ziekte die vermoedelijk zijn oorsprong heeft in de pluimveehouderij in Azië. Het is daarnaast al helemaal triest als wilde vogels het risico lopen om slachtoffer te worden van een heksenjacht.

Er zijn talloze manieren waarop virussen worden verspreid en een kans krijgen om bij pluimvee, andere dieren of de mens ziekte te veroorzaken. We hebben dat ook kunnen zien bij de uitbraken van  mond- en klauwzeervirus en met het varkenspestvirus.  Omdat deze nieuwe influenza variant een kans heeft gekregen bij pluimvee in gevangenschap in Azië, is het voor de hand liggend dat de verspreiding verloopt via menselijke kontakten, transporten, import/export enz.

Het eerste voorbeeld van een besmetting in Europa tijdens de uitbraak in de jaren 2003-2006 was in Engeland waarbij het virus is gevonden bij vogels tijdens de quarantaine periode die vanuit Thailand waren geïmporteerd. Het virus was dus per vliegtuig meegekomen vanuit Azië. Kortom, dat was geen besmetting via wilde (trek)vogels maar via vogels die in gevangenschap werden gehouden en (internationaal) verhandeld.

Voor de pluimveehouderij is Vogel/ Pluimveepest  een (emotionele en economische) ramp.  Het is dan ook opmerkelijk dat de pluimveehouderij tot op heden onvoldoende heeft aangedrongen op structurele maatregelen om een dergelijke ramp te voorkomen. De enige echte structurele maatregel ter preventie van een virusinfectie is het opzetten van een vaccinatie campagne voordat een ziekte een kans heeft gekregen.

Uitbraken van besmettelijke virusziektes binnen de pluimveehouderij zijn deels het gevolg van de manier waarop grote aantallen dieren onder onnatuurlijke omstandigheden en veelal  dieronvriendelijk in gevangenschap worden gehouden.

Daarnaast zijn de kippen in gevangenschap zodanig genetisch gemanipuleerd door middel van een stringent fokbeleid dat er maar weinig genetische variatie is binnen een kippenhok met 40000 kuikens/kippen. Bij wilde vogels is er een grote genetische variatie waardoor besmettelijke ziektes veel minder een kans krijgen.

Het is dan niet voor niets dat er complexe ent-schema’s zijn ontwikkeld waarbij kuikens/kippen tegen verschillende virusziektes worden geënt.  De enting tegen pseudo-vogelpestvirus  is een voorbeeld van een wettelijk verplichte enting. Daarnaast wordt er structureel geënt tegen besmettelijke virusziektes zoals de ziekte van Marek, ILT, Pokken en I.B. Zonder deze ent schema’s zou de commerciële pluimveehouderij niet kunnen overleven.

Als het gaat om een zeer gemene variant van het Influenzavirus bij pluimvee is er alle reden om te bedenken dat het virus voor andere vogelsoorten een minder grote bedreiging vormt. Uit allerlei onderzoek is gebleken dat een specifiek  influenzavirus niet voor alle vogelsoorten een probleem hoeft te zijn. Dat maakt dat het jaarlijks terugkerende griepvirus bij de mens ook de mens als specifieke doelgroep heeft. Hetzelfde is overigens ook van toepassing op allerlei andere virusziektes. Zo hoeven we ook niet bang te zijn voor de bekende virusziektes bij honden, katten, koeien, varkens enz.

Het is goed om te bedenken dat een virusuitbraak bij een bepaalde vogelsoort geen consequenties hoeft te hebben voor andere vogelsoorten! Ander voorbeeld is het Usutu-virus waarbij vooral merels gevoelig zijn voor deze besmetting.  

Bij vogels in de natuur zijn er geen voorbeelden bekend waarbij een besmettelijke virusziekte tot grote problemen heeft geleid voor een populatie. Als het speelt is het hooguit een tijdelijk probleem dat zich binnen een korte tijd ”vanzelf” oplost. Een besmettelijke virusziekte eist zijn tol bij een klein deel van de populatie. Het grote merendeel binnen een populatie heeft voldoende weerstand of zal weerstand opbouwen waardoor de ziekte naar de achtergrond zal verdwijnen. Dat is ook van toepassing zijn op het vogelgriepvirus. Hetzelfde is van toepassing op de jaarlijkse griepuitbraken bij de mens in Europa. Een klein percentage van de bevolking wordt (tijdelijk) ziek en een nog kleiner percentage gaat er aan dood.  Vervolgens verdwijnt het griepvirus weer uit de populatie. Niet omdat er medicijnen tegen bestaan en niet vanwege vaccinaties maar omdat dit het normale en voorspelbare patroon.

De gekte is dat, als er nu ergens in de natuur dode vogels worden gevonden, er direct een leger aan mensen/journalisten/ pers op af gaat om er beelden/foto’s van te maken of gewoon om te gaan kijken. De dode dieren worden vervolgens verzameld en meegenomen. De kans dat deze dode dieren een risico vormen voor de volksgezondheid of voor de pluimveehouderij is minimaal. Als de dode vogels niet worden gevonden, verdwijnen deze dieren in zeer korte tijd in de natuur en verdwijnt daarmee het virus. De heisa er om heen maakt dat het een risico gaat worden omdat de aanwezige mensen/auto’s enz. vervolgens alle kanten uitzwermen. Dezelfde journalisten gaan dezelfde dag een reportage maken bij een pluimveebedrijf en gaan allerlei mensen interviewen die bindingen/kontakten hebben met de pluimveehouderij. Deze menselijke contacten en uitwisselingen leveren risico’s op voor de verspreiding, niet de dode vogel die in de natuur is doodgegaan.

Het is vanuit het verleden bekend dat bij een uitbraak van het Pseudo-vogelpestvirus boeren elkaar het virus hebben overgedragen bij verjaardagen, bruiloften en begrafenissen. Dat zijn concrete risico’s waarmee een virus een kans kan krijgen binnen de pluimveehouderij. Er zijn intensieve kontakten binnen de pluimveehouderij waarbij pluimveehouders, dierenartsen, ent-ploegen, schoonmaakploegen, voerauto’s, transporten van kippen en niet te vreten het transport en de verwerking van kippenmest enz. een belangrijke rol spelen bij de verspreiding van besmettelijke ziektes. Tentoonstellingen en vogelmarkten kunnen een probleem zijn  voor wat betreft de verspreiding van het virus vooral als er vogels worden verhandeld die via handel/import zijn binnengekomen. Voor het overige geldt dat allerlei activiteiten waarbij massaal mensen bij elkaar komen met intensief autoverkeer een rol kunnen spelen bij de verspreiding van een virus.

Het internationale handelsverkeer, via vliegtuigen, auto’s, boten, openbaar vervoer enz. maken dat de wereld een groot dorp is geworden waarbij besmettelijke ziektes gemakkelijk kunnen worden meegenomen. Daar spelen trekvogels hoegenaamd geen rol bij.

Dat was feitelijk de les die getrokken kon worden uit de uitbraken van een aantal jaren geleden waarbij geen relatie kon worden aangetoond tussen uitbraken in de commerciële pluimveehouderij en besmettingen/ziekte/sterfte bij wilde watervogels.

Anno 2016 waren de eerste aanwijzingen voor besmettingen in Europa met het vogelgriepvirus al half oktober in Oost Hongarije. De eerste officiële bevestiging kwam begin November. Vanuit Azië zijn er intensieve uitwisselingen richting Europa. Vanuit Hongarije gaat 99% van de export van pluimveeproducten naar Polen, Oostenrijk en Duitsland.  In de maand november is er een toename van transporten van ganzen, eenden en slachthanen in verband met de Kerst waarbij het virus kan worden verspreid. Begin november waren de eerste uitbraken bij wilde watervogels. Deze uitbraken waren in de directe nabijheid van slachthuizen en routes waarlangs pluimveetransporten plaats vinden richting slachthuizen. De watervogels die vanuit Siberië naar Europa trekken zijn al vanaf augustus in Europa en niet vanaf november. Er is dan ook alle reden om kritische te kijken naar de routes binnen de transporten van pluimveeproducten en andere contacten waardoor het vogelgriepvirus vanuit Azië zijn weg kan vinden naar Europa.  Het focussen op de trekvogels als de bron van besmetting is eenzijdig en maakt dat er ware toedracht bewust wordt verdoezeld.

Een typisch voorbeeld van een uitbraak in Niedersaksen bij een kalkoenbedrijf waardoor 16000 kalkoenen en 92000 kippen zijn geruimd. In een wijde omgeving is er geen enkele aanwijzing gevonden voor de aanwezigheid van het vogelgriepvirus bij wilde  watervogels. 

Zo was er in 2014 een uitbraak in Engeland waarbij in de wijde omgeving veel watervogels overwinterden maar waarbij het virus niet is gevonden in de talloze monsters die zijn genomen. Uiteindelijk bleek de eigenaar van dit pluimveebedrijf ook de eigenaar te zijn van pluimveebedrijven in Hongarije waar het vogelgriepvirus was uitgebroken. Dus de uitbraak in Engeland was niet via wilde watervogels maar rechtstreeks meegenomen via het vliegtuig vanuit Hongarije.

Het is bijna bizar dat er in het voorjaar weer een angst wordt gecreëerd voor de trekvogels die vanuit Afrika naar het noorden gaan trekken. Het idee dat er straks bijvoorbeeld ooievaars vanuit Afrika naar Nederland komen die een risico vormen voor de volksgezondheid of een risico voor de pluimveehouderij is mijns inziens een lachertje. De maatregelen die worden genomen binnen de pluimveehouderij is hoofdzakelijk bedoeld om besmettingen via bezoekers, dierenartsen, vertegenwoordigers, auto’s, materialen en via transport en verwerking van ontlasting te voorkomen. Vergeleken met de risico’s die er zijn voor wat betreft de verspreiding van besmettelijke virussen die een risico zijn voor de pluimveehouderij.

Iedereen binnen de pluimveehouderij weet dat een ophokplicht de verspreiding van de ziekte van Marek, Pseudovogelpest, ILT-virus, IB-virus, Pokkenvirus enz. niet buiten de deur zal kunnen houden. Om die reden is gekozen voor structurele entschema’s binnen de commerciële pluimveehouderij.

Het beleid om niet tegen vogelgriep als virusziekte te enten kan worden beschouwd als de belangrijkste oorzaak van een eventuele uitbraak en van de verspreiding binnen de pluimveehouderij.    

De enige echte effectieve maatregel bij virusziektes binnen de commerciële, georganiseerde dierhouderij  is en blijft het toepassen van entstoffen.

In dat opzicht is het een vergelijkbare problematiek als destijds met Mond- en Klauwzeer. Gedurende tientallen jaren werden koeien geënt tegen mond-en-klauwzeer. Daarmee werd voorkomen dat deze virusziekte een kans kreeg. Alle argumenten om niet te enten waren gebaseerd op politieke/economische belangen.      

De belangen van de dieren zijn ondergeschikt aan de belangen van de commerciële belangen. Daar hoeven we niet verbaasd over te zijn omdat de enige reden om landbouwhuisdieren massaal te houden is uitsluitend vanwege commerciële belangen.

De bekende dramatische consequenties van uitbraken met mond-en-klauwzeer waardoor de dieren en alle direct betrokkenen gedupeerd waren, waren het bewijs dat er door de verkeerde mensen verkeerde politieke/economische beslissingen zijn en worden genomen. Dat kan zowel de overheid als de georganiseerde dierhouderij en de georganiseerde diergeneeskunde via organisaties zoals de Koninklijke Maatschappij voor Dierenartsen, inclusief de  pluimveegezondheidszorg zichzelf kwalijk nemen.    

Het is dan ook opmerkelijk dat er geen lering is getrokken uit de vorige uitbraak van vogelgriepvirus in Nederland waarbij miljoenen dieren waaronder massaal sierkippen, eenden, fazanten, pauwen enz. zijn doodgemaakt. Minister Veerman liet bij de eerdere uitbraken weten dat het enten tegen vogelgriepvirus serieus overwogen zou moeten worden.

Bizar dat het besef nog altijd niet aanwezig is dat een preventieve enting uiteindelijk de enige manier is om een virusuitbraak door een pathogeen vogelgriepvirus te voorkomen. 

Een ophokverplichting of ontsmettingsbakken voor het kippenhok zullen een virusinfectie niet buiten de deur houden. Vooral blijven doen maar het is een lachertje om de denken dat dit enige garantie geeft.

Net als in het verleden is niet het Influenzavirus de grootste bedreiging voor vogels/kippen die in gevangenschap worden gehouden maar de overheid die een beleid voert waarbij wordt gekozen voor stamping out in plaats van te kiezen voor een vaccinatieprogramma.

Door het beleid vanuit de politiek en de landbouwbelangen zijn er wettelijke bepalingen waarbij massaal gezonde vogels kunnen worden doodgemaakt. Bij uitbraken worden massaal dieren doodgemaakt die niet besmet waren met het virus en geen risico vormden voor de pluimveehouderij.

Eigenaren van hobbydieren (kippen/watervogels) en daarmee de vogels zijn de dupe van het falend beleid van de overheid en van de georganiseerde pluimveehouderij. Opvallend daarbij is dat de hobby kippen niet geënt worden tegen allerlei besmettelijke virusziektes en dat dit in het algemeen ook niet wordt geadviseerd. Hobby kippen zijn duidelijk veel minder kwetsbaar voor deze besmettelijke virusziektes. Met uitzondering van de ziekte van Marek waarbij hobby-houders daar wel de noodzaak van zien omdat het specifieke Herpesvirus dat verantwoordelijk is voor de ziekte van Marek voortdurend sluimerend aanwezig is. Ook tijdens uitbraken van vogelgriep binnen de commerciële pluimveehouderij is het opmerkelijk dat de ziekte nauwelijks een rol speelt bij de hobbymatig gehouden pluimvee.

Eigenaren van siervogels, papegaaien en parkieten worden met misleidende informatie bang gemaakt en er wordt ten onrechte gesuggereerd dat “vogels” verantwoordelijk zijn voor de uitbraak en de verspreiding.

Een vervoersverbod waarbij een eigenaar van een valkparkiet niet naar een vogeldierenarts mag gaan als de vogel problemen heeft, is ronduit belachelijk en een schande. De suggestie dat alle vogels gevoelig zijn is bovendien misleidende informatie en bangmakerij. 

De verantwoordelijkheid voor de preventie van een besmettelijke virusziekte ligt bij de overheid, de pluimvee gezondheidszorg en  de georganiseerde pluimveehouderij. Als een hond besmet wordt en doodgaat aan hondenziekte is dat omdat de eigenaar de hond niet heeft laten enten tegen de ziekte en is het onzinnig om anderen de schuld te geven en daarmee de verantwoordelijkheid af te schuiven. Hetzelfde is van toepassing als ouders er voor kiezen om de eigen kinderen niet te laten enten tegen poliovirus en de kinderen krijgen vervolgens polio.

De overheid en de pluimveehouderij schuiven de verantwoordelijkheid voortdurend af en creëren onterecht angst en onzekerheid bij eigenaren van vogels, inclusief hobbykippen en siereenden enz. die bovendien zelf niet of nauwelijks risico lopen.

Er is alle reden om te komen tot een blijvend verbod op ongecontroleerde handel in vogels. Door Stichting Papegaai en de Adviespraktijk voor Vogels wordt een campagne gevoerd om te komen tot een verbod  op vogelmarkten in Nederland. Belangrijke reden is dat deze vogelmarkten een rol spelen bij de verspreiding van besmettelijke vogelziektes die een risico zijn voor vogels in gevangenschap. Daarnaast zijn deze vogelmarkten niet meer van deze tijd als we kijken naar het welzijn voor de vogels. Het is opmerkelijk en bizar dat deze aspecten bij de overheid, de KNMvd, de L.I.D., de Dierenbescherming en de Partij v.d. Dieren blijkbaar volstrekt onbelangrijk zijn . 

Zolang het niet gaat om de commerciële belangen van de pluimveehouderij / bio-industrie is het geen enkele prioriteit.

Dit wordt bevestigd door het feit dat het wel ten strengste verboden is om hoenders via vogelmarkten te verkopen omdat dit een risico is voor de commerciële pluimveehouderij. Steun de campagne van Stichting Papegaai en de Adviespraktijk voor Vogels om te komen tot een verbod op het organiseren van vogelmarkten in Nederland; zie www.stichtingpapegaai.nl.

Niemand kan in de toekomst kijken. Het is van groot belang dat nieuwe virusvarianten worden onderzocht en dat alles op alles wordt gezet om, entstoffen te ontwikkelen om uitbraken te voorkomen. Op dit punt is het bizar dat niet de nadruk wordt gelegd op het vaccineren tegen de jaarlijkse griepepidemie bij de mens waar jaarlijks tienduizenden mensen in Europa aan doodgaan en er in 2018 wereldwijd zelfs meer dan een miljoen mensen aan is doodgegaan. Er wordt daarbij  geadviseerd om risicogroepen te beschermen met een preventieve enting. Het is dan ook onbegrijpelijk dat hooguit 35% van de mensen, werkzaam in de gezondheidszorg, zich jaarlijks laten enten om de risico’s voor kwetsbare ouderen te verminderen. Dat geldt ook voor mensen werkzaam in het onderwijs, kinderopvang enz.  

Deze griepprik  wordt jaarlijks aangepast aan  het nieuwe variant virus zoals zich dat ook elk jaar in Azië ontwikkelt. Als vogeldierenarts is het voor mij dan ook onbegrijpelijk dat er niet wordt gestreefd  naar een structurele oplossing door het monitoren van pathogene vogelgriepvirussen zodat er tijdig een entstof wordt ontwikkeld waarmee pluimvee kan worden geënt zoals dit ook jaarlijks zou moeten gebeuren met het humane griepvirus.

Op basis van de bekende gegevens is een eenzijdige politiek van bangmakerij onterecht en niet in het belang van eigenaren van andere vogels dan commercieel pluimvee. Het geeft aan dat de politiek verantwoordelijken zich moeten schamen voor de consequenties van de voorlichting die willens en wetens de feiten verdraaien en de waarheid verdoezelen.

Er is tot op heden geen enkele reden voor paniek voor eigenaren/kwekers van duiven, siervogels en/of papegaaiachtige. 

De media en “deskundigen” spelen een meer dan dubieuze rol  waarbij iedereen op het verkeerde been wordt gezet door eenzijdige informatie waarbij het vooral gaat om bangmakerij en  om degene die werkelijk verantwoordelijk zijn voor de ellende buiten schot te houden door heel gemakkelijk de wilde trekvogels als boosdoeners te bestempelen.

Eigenaren van sierwatervogels en sierpluimvee hebben wel reden om bang te zijn. Het risico is niet zo zeer het virus maar de overheid omdat deze vogels onder dezelfde wettelijke bepalingen vallen als commercieel gehouden pluimvee en de overheid, met de wet in de hand, een ware slachting kan aanrichten onder overigens gezonde vogels.

Dat het de overheid en de commerciële pluimveehouderij niet gaat om het welzijn van de dieren is duidelijk. Dat daardoor vogels, die als gezelschapsvogels of als liefhebberij worden gehouden, daar de dupe van zijn is duidelijk en schandalig.

Het is teleurstellend dat allerlei organisaties en instanties, inclusief de politiek,  die pretenderen het welzijn van dieren/vogels te behartigen niet opstaan om de problematiek aan te kaarten vanuit het perspectief van het welzijn en de gezondheid van vogels.

Van de politiek hoeven we weinig te verwachten vanwege de economische belangen van de commerciële pluimveehouderij – bio-industrie.

Referentie: o.a. Ritchie B.W.; Avian Viruses, Function and Control. Blz. 351-364

AAV IAABC

Drs. Jan Hooimeijer

Jan Hooimeijer

Vanaf 1983 tot 2013 is Drs. Jan Hooimeijer, als eigenaar van de Kliniek voor Vogels in Meppel, werkzaam geweest als praktiserend vogeldierenarts en vanaf 2007 als gecertificeerd papegaaiengedragstherapeut.
Vanaf 1 januari 2014 heeft Drs. Jan Hooimeijer zijn werkzaamheden voortgezet als gecertificeerd papegaaiengedrags- therapeut en als deskundige op het gebied van de vogelgeneeskunde.
Lees hier meer...

Schrijf in voor de nieuwsbrief

Facebook

Over ons

  • Drs. Jan Hooimeijer
  • Curriculum Vitae Drs. J. Hooimeijer
  • Waarvoor kunt u terecht?
  • Contactpagina

Diensten

  • Shop
  • Consult
  • Vragen en antwoorden
  • Cursus

Voorwaarden

  • Algemene voorwaarden
  • Tarieven en consultaties
  • Privacy & Cookies
© 2019
Deze website maakt gebruik van cookies. Waarom? Klik HIER voor meer informatie. Sluiten Reject
Privacy & Cookies

Privacy Overview

This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary
Altijd ingeschakeld
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Non-necessary
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.
OPSLAAN & ACCEPTEREN