In 2014 nam het Wageningen Centre of Animal Welfare and Adaptation (CAWA) een interview af bij de Adviespraktijk voor Vogels over de ‘Positieflijst’ . In Nederland staat in de Wet Dieren omschreven welke dieren er gehouden mogen worden als huisdier. Niet alle dieren zijn geschikt om als huisdier te houden. Voor deze dieren (naast honden, katten, landbouwhuisdieren en productiedieren) is er een positieflijst opgesteld voor het houden van overige zoogdieren, ook wel bekend als de ‘huisdierenlijst’. Voor de overige dieren, waaronder de reptielen en vogels, is een positieflijst in ontwikkeling. Echter, de inhoud van deze te verwachte positieflijst is in eerste instantie niet positief voor vogels.
In het interview van Universiteit Wageningen met drs. Jan Hooimeijer hierover (2014) wordt toegelicht waarom de positieflijst voor vogels niet positief is, en geeft hij suggesties t.b.v. een eventuele aanpassing.
Een positieflijst draagt niet bij aan een beter welzijn van gehouden vogels. Er moet geen onderscheid worden gemaakt tussen niet-gedomesticeerde en gedomesticeerde dieren. Een zogenaamd gemakkelijke vogel, zoals de grasparkiet, mag iedereen dan houden, maar ook daar is een bepaald kennisniveau en minimale deskundigheid vereist. Van alle papegaaien is de grasparkiet mogelijk het meest structureel de dupe van onwetendheid van verwaarlozing.
Wát moet er dan wel op een positieflijst voor vogels komen:
– Alle gehouden vogelsoorten op de positiefijst plaatsen.
– Verkopers moeten gecertificeerd zijn en minimaal een bijsluiter/handleiding leveren bij de verkochte vogel (kennisoverdracht). Verkopers moeten kunnen aantonen dat zij samen werken met een dierenarts die beschikt over deskundigheid ten aanzien van de diersoort.
– Iedere houder moet in het bezit van een houderschapsbewijs, waarmee een minimaal kennisniveau is gewaarborgd. Iedere houder moet kunnen aantonen samen te werken met een dierenarts die beschikt over deskundigheid ten aanzien van de diersoort. De houder verplicht zich om de adviezen van de dierenarts over te nemen en toe te passen.
– Bij elke soort op de positieflijst moeten er minimumvoorschriften worden aangegeven ten aanzien van voeding, huisvesting en verzorging. De minimumvoorschriften worden gecontroleerd door de dierenarts waarmee wordt samengewerkt. De houder wordt verplicht op elk moment een door de dierenarts ondertekende verklaring te kunnen overleggen, dat er aan de minimumvoorschriften is voldaan. Zonder deze verklaring, waaruit blijkt dat de houder aan de minimumvoorschriften voldoet, is een houder in overtreding en kan de houder de betreffende soort niet houden.
Voor honderden vogelsoorten voorschriften maken is een hele klus. Er zijn 300+ soorten papegaaien, daar kun je wel een bepaalde groepering in aanbrengen. Binnen een genus zijn papegaaien vaak redelijk vergelijkbaar qua eisen aan voeding, huisvesting, verzorging en gedrag. Relevante groepen:
-Kaketoes
-Lorries
-Edelpapegaaien
-Grijze roodstaarten

Drs. Jan Hooimeijer
Vanaf 1 januari 2014 heeft Drs. Jan Hooimeijer zijn werkzaamheden voortgezet als gecertificeerd papegaaiengedrags- therapeut en als deskundige op het gebied van de vogelgeneeskunde.
Lees hier meer...