aug
Papegaaienziekte is een ziekte met een aantal synoniemen: Psittacosis, Ornithosis en Chlamydiosis. De verwekker is een Chlamydia. Er zijn meerdere Chlamydia’s bekend als ziekteverwekkers. De meest bekende zijn: C. Psittaci, C. Trachomatis en C. Pneumoniae (C. staat voor Chlamidya). De C. Psittaci is de verwekker die bij vogels voorkomt. De C. Trachomatis en – Pneumoniae zijn de verwekkers die bij mensen voorkomen. De mens kan ook besmet raken via vogels met C. Psittaci, dat maakt papegaaienziekte tot een zogenaamde zoönose.
Chlamydiosis bij de mens
C. Ttrachomatis en – Pneumoniae komen niet bij vogels voor. Deze twee Chlamydia’s komen wel als ziekteverwekkers voor bij de mens. C. Trachomatis kan bij de mens een oogziekte veroorzaken en is verder een van de meest voorkomende seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA). C. Pneumoniae kan bij de mens longontstekingen veroorzaken. Bij het onderzoek in het ziekenhuis bij een verdenking van een Chlamydia besmetting bij de mens wordt in het algemeen een test gebruikt die geen onderscheid maakt tussen de verschillende Chlamydia’s. Ten onrechte wordt er dan ook gemakkelijk gesuggereerd dat vogels verantwoordelijk zijn voor álle Chlamyia-besmettingen bij de mens. Dit wordt extra in de hand gewerkt als gesproken wordt van ‘papegaaienziekte’.
Papegaaienziekte, eigenlijk een foute benaming….?
Het ziektebeeld heeft de naam ‘papegaaienziekte’ gekregen door een uitbraak van de ziekte in Frankrijk, eind 20e eeuw, waarbij een link gelegd werd tussen een uitbraak van de ziekte en een importzending van Papegaaien uit Afrika, Vanaf dat moment wordt de ziekte bij de mens ‘papegaaienziekte’ genoemd, terwijl de moderne naam Chlamydiosis is waarbij wordt verwezen naar de verwekker en niet naar de papegaaien als oorzaak.
C. Psittaci komt bij allerlei vogels in de vrije natuur voor zonder dat er sprake hoeft te zijn van ziekteverschijnselen. Een besmette vogel zonder ziekteverschijnselen wordt een drager genoemd. Een drager kan wisselend de besmetting verspreiden. Bij een onderzoek onder koolmezen is gebleken dat een groot percentage van de onderzochte koolmezen besmet was met C. Psittaci. Ook bij Eenden en Duiven is het geen uitzondering dat er sprake is van een C. Psittaci besmetting zonder uitwendige ziekteverschijnselen.
De benaming papegaaienziekte is dan ook feitelijk een verkeerde naam omdat wordt gesuggereerd dat papegaaien altijd de oorzaak zijn van de ziekte en dat is niet correct. Er zijn grote verschillen in gevoeligheid tussen verschillende vogelsoorten. Papegaaiachtigen en duiven zijn naar verhouding minder gevoelig dan bijvoorbeeld Vinkachtigen en Beo’s. Binnen de Papegaaiachtigen zijn ook weer verschillen. Australische Kaketoes zijn er nauwelijks gevoelig voor terwijl Australische Neophemaparkieten er zeer gevoelig voor zijn. De consequentie van een en ander is dat er geen duidelijk omschreven verhaal kan worden geschreven over de ziekte omdat er talloze varianten voorkomen.
Hoe ‘verspreid’ papegaaienziekte zich?
De verspreiding gaat vooral via het zwevende stof. Opgedroogde ontlasting speelt daarbij een belangrijke rol. Het advies is om geen vogels aan te schaffen via de handel waar vogels van allerlei herkomsten bij elkaar worden gebracht. De kans op besmetting van papegaaienziekte is in een dergelijke situatie zeker niet ondenkbaar. Het is bekend dat een bezoek aan een dierenwinkel met besmette parkieten kan betekenen dat de besmetting wordt opgelopen. Bij de mens zijn contacten met besmette eenden en postduiven een onderschat risico en wordt er niet snel gedacht aan ‘papegaaienziekte’.
En wanneer ik een vogel aanschaf via een kweker?
Een vogel aanschaffen rechtstreeks via een kweker betekent een minder groot risico. Een aankoopcontrole en testen op papegaaienziekte is een algemeen advies om problemen te voorkomen en zo nodig te kunnen behandelen.
Welke factoren spelen een rol bij mogelijke besmetting?
– de betreffende vogelsoort.
– de tijd van het jaar (klimaatomstandigheden).
– de virulentie, of te wel het ‘ziekmakend vermogen’ van de Chlamydia..
– de weerstand en algehele conditie van de vogels.
– de mate van ‘stress’.
– de huisvesting van de vogels.
– de hoeveelheid circulerende smetstof.
De incubatietijd
De incubatietijd is de tijd tussen het moment van besmetting en de eerste ziekteverschijnselen. Bij papegaaienziekte wordt een periode van minimaal 10 dagen aangehouden. Dat betekent dat wanneer bij een vogel binnen 10 dagen na aankoop papegaaienziekte wordt gevonden, de besmetting zeker al aanwezig was tijdens de aankoop. In de praktijk weten we dat het ook vele jaren kan duren voordat de ziekte zich openbaart.
Diagnostiek
De diagnose wordt gesteld door middel van bloedonderzoek, bij voorkeur in combinatie met een uitstrijkje van de cloaca, keelholte en eventueel van het oogslijmvlies. Vanzelfsprekend is een sectie op een dode vogel van groot belang om daarmee de ziekte te kunnen aantonen of te kunnen uitsluiten.
Als ziekte bij de mens
Mensen met een verminderde weerstand zijn extra gevoelig. Een plezierige bijkomstigheid is dat een besmetting van papegaaienziekte, C. Psittaci, bij de mens niet een echte besmettelijke ziekte is. De kans dat de mens met C. Psittaci wordt besmet door een ander mens is uitermate klein. De C. Trachomatis en – Pneumoniae (wat alleen bij mensen voorkomt, niet bij vogels) zijn wél besmettelijk.
Verschijnselen bij de mens kunnen lijken op gewone griepverschijnselen tot hevige griepverschijnselen. Er kan sprake zijn van (wisselende) koorts met hoge pieken, spierpijnen, vermoeidheid, hoesten en hoofdpijn. Wordt de ziekte niet tijdig behandeld, dan kunnen er bijkomende complicaties optreden (mogelijke complicaties: hartklep ontstekingen, nierbekken ontstekingen, hersenvliesontstekingen.
Behandeling
In tegenstelling tot griep is papegaaienziekte goed te behandelen d.m.v. een antibiotica (doxycycline). Bij klachten/ twijfel áltijd uw huisarts informeren als er bij uw vogel(s) papegaaienziekte is gevonden. Ook de huisarts waarschuwen als u op bezoek bent geweest op een vogelmarkt, een vogeltentoonstelling of als u in een dierenwinkel bent geweest waar vogels worden verkocht. Het is dan raadzaam om het verder te laten onderzoeken ofwel om behandeld te worden. Afhankelijk van het onderzoek kan het zijn dat bloedonderzoek na 2-3 weken moet worden herhaald om een diagnose te kunnen stellen omdat daarbij gekeken wordt naar de verschillen tussen de bevindingen van de twee bloedmonsters. Zonder behandeling kan het een zeer ernstige en zelfs fataal verlopende ziekte zijn en afwachten is dan ook geen goede zaak. Bij een verdenking, en zeker als er via de Adviespraktijk voor Vogels een sterke verdenking is op basis van verschijnselen van de vogels alsook op basis van een laboratorium uitslag, is het voor de hand liggend dat de patiënt, lopende het onderzoek, direct wordt behandeld en er niet wordt afgewacht wat over 2-3 weken de bevindingen zijn van het onderzoek
Helaas blijkt in de praktijk dat veel huisartsen onvoldoende ervaring hebben of weten van de problematiek van papegaaienziekte bij de mens. De diagnose wordt daardoor vaak niet gesteld en de risico’s worden niet altijd serieus genomen! Bij twijfel is het advies om eventueel de huisarts contact te laten opnemen voor overleg met de Adviespraktijk voor Vogels o.a. de behandelingsmogelijkheden bij de vogels.
Behandeling bij Vogels
De behandeling voor papegaaienziekte bij vogels wordt gedurende minimaal 5-6 weken gegeven in combinatie met managementmaatregelen t.a.v. de voeding, de huisvesting en de verzorging. Een dergelijke behandeling wordt uitsluitend toegepast als duidelijk is wat de diagnose is en in nauw overleg met de vogeldierenarts.
Aangifteplicht
Papegaaienziekte is een zg. ‘aangifteplichtige’ ziekte. Dat betekent dat de ziekte, na het stellen van de diagnose, gemeld moet worden bij de GGD, en is de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit) verplicht om onderzoek te doen naar de herkomst van de besmetting en toezicht houdt op het verloop van de behandeling. Na de behandeling worden testen gedaan om vast te stelen of de besmetting is verdwenen.
Campagne tegen vogelmarkten
Op vogelmarkten worden vogels verhandeld, van allerlei herkomsten. Via deze handel worden besmettelijke ziektes zoals papegaaienziekte voortdurend verspreid. Daarnaast spelen vogelmarkten een rol binnen de illegale handel in vogels en zijn vogelmarkten gezien de welzijnsproblematiek niet meer van deze tijd. Samen met Stichting Papegaai wordt door de Adviespraktijk voor Vogels een campagne gevoerd om te komen tot een verbod op het organiseren van (internationale) vogelmarkten in Nederland. Steun deze campagne via de website van Stichting Papegaai.
Drs. Jan Hooimeijer
Vanaf 1 januari 2014 heeft Drs. Jan Hooimeijer zijn werkzaamheden voortgezet als gecertificeerd papegaaiengedrags- therapeut en als deskundige op het gebied van de vogelgeneeskunde.
Lees hier meer...